De Vereniging

Optimisten zien de toekomst van de democratie zonnig tegemoet. Mede dankzij de opkomst van het internet en geruggensteund door verfijnde marketingmethoden zal de overheid straks moeiteloos in staat zijn alle kiezers op maat te bedienen. Gewoon door hun uiteenlopende wensen en verlangens in kaart te brengen, soort bij soort te zoeken en er vervolgens een nietje door heen te slaan. Het volk vraagt, de overheid draait. Democratischer kan het niet.

Pessimisten houden het erop dat zo’n internetdemocratie een illusie is. Burgers houden er tegenstrijdige gedachten op na: zo min mogelijk belasting betalen en toch eerste klas onderwijs en gezondheidszorg eisen; allemaal per vliegtuig op vakantie, liefst drie keer per jaar, en evenzogoed van een milieuvriendelijk en geluidsarm Schiphol willen vertrekken; asielzoekers een warm welkom heten, maar alleen als ze zich druppelsgewijs aandienen. Vervolgens blijken ze pas echt welkom als ze de taal goed spreken en zich hebben aangepast aan onze cultuur. Vanwege die tegenstrijdigheden bepleiten pessimisten een krachtige regering, een kabinet dat de wensen van de burgers desnoods durft te trotseren.

Realisten kijken er een slagje anders tegenaan. Zij zijn er met de optimisten van overtuigd dat het internet grote mogelijkheden biedt voor de mondige burger. Een sterke regering stellen zij ook al op prijs. Maar anders dan de pessimisten vinden zij dat een krachtig kabinet een minstens zo krachtig tegenspel nodig heeft van een publiek forum dat een debat op hoofdlijnen kan voeren en zo de vaak tegenstrijdige belangen een plaats kan geven. Een forum ook dat erop toeziet dat in de zich ontwikkelende netwerksamenleving waarin burgers zichzelf maar moeten zien te bedruipen, de zwakkeren niet tussen de wal en het schip vallen.

Deze realisten zijn een warm voorstander van het publieke forum bij uitstek, de gekozen volksvertegenwoordiging, het parlement. In 1985 hebben liefhebbers van het parlement, jong en oud, de Thorbecke Vereniging voor Democratisch Bestuur en Vertegenwoordiging  in het leven geroepen, kortweg  Thorbecke Vereniging. Hun doel is het om het parlement scherp te houden, het politieke debat te stimuleren en vraagstukken van de vertegenwoordigende democratie telkens weer tegen het licht te houden, niet alleen de democratische vraagstukken die het Binnenhof bezighouden, maar ook die van de provincie en van de gemeente.

Ook vandaag is een vereniging Thorbecke als kristallisatiepunt van kiezers die hun ambt als burger serieus nemen hard nodig. Niet alleen vanwege de opkomst van het internet, op grond waarvan al te lichtvaardige optimisten de representatieve democratie als achterhaald concept zijn gaan zien. En ook niet alleen vanwege het gevaar dat pessimisten geneigd zijn de democratie naar de ‘veilige’ haven te moeten loodsen van een technocratie, naar een sterke regering van doordrammerige deskundigen. Minstens zo belangrijk is de constatering dat op wat fröbelwerk na de afgelopen eeuw het ene staatkundige vernieuwingsvoorstel na het andere een stille dood gestorven. De eenentwintigste eeuw zal dus veroverd moeten worden met het nog uit de negentiende eeuw daterende parlementaire stelsel.

Probleem is echter dat nogal eens de stelling wordt gehoord dat dit stelsel gedragen wordt door politieke partijen die aan het eind van hun Latijn lijken, die onderling nauwelijks nog verschillen aan inzicht bieden en die zich schikken in coalitieverhoudingen die eerder als verstikkend dan als bevrijdend worden ervaren en die de kiezer weinig keus lijken te bieden. Het gevolg is dan dat de elites van deze partijen hun kiezers ogenschijnlijk nog wel een keus voorhouden, maar het voor het overige vooral tot hun voornaamste taak rekenen zelf aan de macht te blijven. Weg democratie.

Deze vaak naar voren gebrachte stelling onderstreept het belang van een vereniging Thorbecke: om de representatieve democratie op scherp te houden. Zoals ooit Thorbecke, wil de vereniging de democratie laten floreren, door deze niet als vanzelfsprekend te beschouwen, maar door deze te voeden met kritiek en met nieuwe ideeën en opvattingen. Daartoe heeft de vereniging een klein dagelijks bestuur dat plannen maakt voor activiteiten die het debat over de democratie bevorderen.